Carl Jung vertelt in één van zijn boeken over een gesprek dat hij had met een indiaans opperhoofd, die hem erop wees dat het hem was opgevallen dat de meeste blanken strakke gezichten hebben, een starende blik en een wrede manier van doen. Hij zei: “Ze zijn altijd naar iets op zoek. Wat zoeken ze toch? De blanken willen altijd iets hebben. Ze zijn altijd slecht op hun gemak en rusteloos. Wij weten niet wat ze willen. Volgens ons zijn ze gek.”
De onderstroom van constant onbehagen is natuurlijk al lang voor de Industriële Revolutie begonnen, maar in de westerse beschaving, die zich nu over zowat de hele wereld uitstrekt, met inbegrip van het grootste deel van het Oosten, manifesteert het zich in een tot op heden ongekende intensiteit. Het was er al ten tijde van Jezus Christus, en zeshonderd jaar daarvoor was het er ook al ten tijde van Boeddha, en nog langer geleden. “Waarom zijn jullie zo bezorgd?” vroeg Jezus aan zijn discipelen. “Kan bezorgdheid ook maar één dag aan je leven toevoegen?” En Boeddha leerde dat de wortel van het lijden te vinden is in ons onophoudelijke begeren en verlangen.
Dat laatste is overigens grote onzin, want het wordt pas problematisch als je onrealistische verwachtingen koppelt aan begeerten en verlangens die (nog) niet gemanifesteerd kunnen worden om een veelvoud van redenen waar je (nog) geen invloed op hebt. Begeerten en verlangens is (levens)lust. Het is energie die elk mens in staat stelt om verder te voelen en denken dan de ‘status quo’, om je verbeelding te gebruiken en een vergezicht te vervaardigen dat je helpt om de kwaliteit van je leven en dat van anderen (op termijn) te verbeteren. (Op laatstgenoemde manier heeft Einstein ontdekt dat tijd relatief is.) Dat onbehaaglijke gevoel dat je (nog) niet bent waar je wilt zijn, wat Boeddha ‘lijden’ noemt, is juist je wegwijzer. Wat zou er gebeuren als je dat onbehagen zou koesteren?
Of Jezus nu wel of niet echt bestaan heeft: the jury is still out on that one. Maar zijn boodschap dat ‘zorgen maken’ zinloos is, is nog steeds valide. Piekeren leidt nergens toe. Het put je uit, maakt je moe, geïrriteerd, lusteloos. En op de lange termijn kan piekeren je immuunsysteem verzwakken. Ook Freud had trouwens oog voor het bestaan van deze onderstroom van onbehagen en hij schreef erover in zijn boek Civilization and its Discontents, maar hij zag niet in wat de wortel van dit onbehagen was en besefte ook niet dat het mogelijk is je ervan te bevrijden. Observeer de vele manieren waarop onbehagen, ontevredenheid en spanning in je opkomen door onnodig oordelen, verzet tegen wat is en de ontkenning van het huidige moment waar je nu bent.
Waar je nu bent is een optelsom van alle keuzes die je tot nu toe hebt gemaakt en nagelaten tijdens een veelvoud van momenten waarin je je hetzij volledig of deels bewust was wat je deed of naliet of helemaal niet (meer) wist waar je wel of niet mee bezig was. Maar het belangrijkste is dat het huidige moment de realiteit is die zich op dit ogenblik voltrekt. En dat je in elk moment een keuze kunt maken die je omstandigheden verbeteren, je sterk(er) kunnen maken, veerkrachtiger, weerbaarder, strijdbaarder misschien. Hoe doe je dat? Door je zo aandachtig mogelijk bewust te blijven van het huidige moment als de enige mogelijkheid om te handelen in je eigenbelang dat altijd in het verlengde ligt van het algemeen belang. Als het goed gaat met jou, gaat het automatisch beter met ons allemaal. Derhalve hoeft niemand jou “het geluk” te gunnen. Als jij de kwaliteit van jouw leven verbetert geef jij anderen het beste van jezelf. Dus wees je elk moment van de dag heel bewust. Wees wakker. Laat je niet afleiden. Laat je niet verleiden om een kleinere versie van jezelf neer te zetten om anderen te ‘sparen’ die zich (nog) niet goed voelen.
Dat zal aanvankelijk buitengewoon ongemakkelijk zijn. Je kunt je schuldig of angstig voelen. Je kunt je zelfs een dief voelen van andermans geluk als jij je beter gaat voelen. Maar niemand is erbij gebaat dat jij ‘ongelukkig’ bent. Je ‘ongelukkigheid’ vervuilt niet alleen je eigen innerlijke wezen en de mensen in je omgeving, maar ook de totale menselijke psyche waar jij een onlosmakelijk onderdeel van bent. De vervuiling van de planeet is slechts de uiterlijke weerschijn van een innerlijke psychische vervuiling: miljoenen ‘onbewuste’ personen die niet de verantwoordelijkheid op zich nemen voor hun innerlijke ruimte. Houd op met wat je aan het doen bent, zeg precies wat je voelt (niet het omgekeerde om stoer te doen) of stop met die negativiteit die je verstand rond deze situatie heeft gecreëerd. Ergens helemaal genoeg van hebben is goed, je helemaal bewust zijn van wat je niet (meer) wilt is goed. Maar wat hebben anderen daarmee te maken? Neem je verantwoordelijkheid. Doe er wat aan.
Ben je nu boos? Goedzo. Want er gebeuren dingen in het leven waar je niets aan kunt doen. COVID-19 bijvoorbeeld. Failliet gaan, je baan verliezen, ziek worden. Een partner die bij je weggaat omdat hij of zij verliefd is geworden op een ander. Je kinderen die in aanraking komen met politie en justitie omdat ze op het verkeerde moment op de verkeerde plaats tegen ‘de verkeerde’ aanliepen. Je ouders die je op straat gooien omdat ze jouw pubergedrag niet aankunnen. Als je in een moeilijke situatie terechtkomt heb je al je energie nodig om verstandige keuzes te maken. En negativiteit is nooit de beste manier om een situatie aan te pakken. Ervoor wegvluchten in drank en drugs ook niet. Op deze manier blijf je vastzitten en houdt de negativiteit echte verandering tegen. Alles wat je met negatieve energie doet wordt erdoor besmet en leidt op zijn tijd tot meer pijn, meer ‘ongelukkigheid’. En elke negatieve innerlijke toestand is besmettelijk: ‘ongelukkigheid’ verspreidt zich sneller dan COVID-19. Ben je wakker? Koester je onbehagen alsof het je eerstgeboren kind is en voed het op.
Bron: een herinterpretatie van de paragrafen “Wat zoeken ze?”/”Afbreken van de gewone onbewustheid”/”Bevrijding van ongelukkigheid” uit “De Kracht van het NU”, Eckhart Tolle.